Amen - instemming
Deze week vieren we Pasen, de dood en opstanding van Jezus Christus onze Verlosser. En eerlijk gezegd kan ik geen beter woord vinden dat daar bij past dan het woord van deze week: ‘amen’; daarover later meer.
Vandaag mag ik jullie meenemen in de betekenis van het woord ‘amen’. En om maar meteen met de deur in huis te vallen, ik wist het volgende feit niet, maar toen ik het las verbaasde het mij ook niet. Feit is dat ‘amen’ het meest gebruikte woord in alle talen op de wereld is. Moslims, Joden en Christenen over de hele wereld gebruiken het en dat maakt het heel bijzonder. Een soort brug tussen werelden die soms gescheiden worden door op het oog onoverbrugbare verschillen. ‘Amen’ bewijst dat het mogelijk is om bruggen te slaan.
Dat het zo wijd en zijd gebruikt wordt heeft denk ik alles te maken met de betekenis of meer nog de uitdrukking die we ermee geven. ‘Amen’ is nauw verwant aan de Hebreeuwse woorden emoena – dat trouw, geloof, of vertrouwen betekent – en emet – waarheid –. We drukken met ‘amen’ dan ook uit dat we het ermee eens zijn, ermee instemmen, iets voor waar aannemen.
In onze hedendaagse cultuur gebruiken we het woord het meest als afsluiting van een gebed. In principe is het degene die bid die hiermee afsluit, maar zo is het oorspronkelijke gebruik niet. In de Joodse traditie is het een antwoord, een antwoord van de gemeente op het uitgesproken gebed, maar ook een uitgesproken zegen én vloek. Het is de bekrachtiging van de toehoorders op datgene wat de persoon vooraan heeft gezegd. Die staat daarmee niet alleen, maar is omringt door een wolk van getuigen.
Dit gebruik is heel mooi verwoord in bijvoorbeeld Psalm 106 vers 48: Geloofd zij de Here, de God van Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid; laat heel het volk zeggen: ‘Amen’.
Hier komt nog bij dat ‘amen’ helemaal niet perse als antwoord aan het einde hoeft te worden gegeven. Sterker nog meermaals is het bijvoorbeeld Jezus die begint met praten door te beginnen met ‘amen’. In de NBV is dit meestal vertaald met ‘Ik verzeker jullie’, en voor de ouderen onder ons de Statenvertaling gebruikt hier meestal ‘Voorwaar’.
Lees bijvoorbeeld in Mattheus 18 vers 3 en 19 vers 23 eens niet ‘Ik verzeker jullie’, maar ‘Amen’. Dan zie je meteen hoeveel lading Jezus meegeeft aan de daarop volgende tekst. Het is een teken voor Zijn luisteraars om op te letten. Nu komt er een stuk waarheid aan waar je maar beter goed naar luistert en dat je in je oren knoopt.
Ook Paulus doet iets vergelijkbaars als hij middenin zijn brieven plotsklaps ‘amen’ schrijft (Romeinen 1:25; Efeziërs 3:21). Hij doet dit om zijn lezers op de echt wezenlijke dingen te wijzen. Natuurlijk is alles wat hij schrijft doorspekt van kennis en inzicht. Maar op deze punten onderstreept hij zijn eigen belijdenis. Als lezer 2000 jaar later moeten wij daar scherp op zijn, want je leest er gemakkelijk over heen.
Deze voorbeelden geven wat mij betreft aan dat we ‘amen’ niet lichtzinnig moeten uitspreken, maar bewust. Je bent namelijk getuige en daarmee mede verantwoordelijk voor de uitkomst van de uitspraak. En soms is die uitspraak niet wat je wilt horen. God verhoort onze gebeden, maar maakt daarbij dankbaar gebruik van ons mensen. Hij is geen trekpop, maar een God van relaties. Het zou dus maar zo kunnen zijn dat je zelf de uitkomst van je gebed moet bewerkstelligen. Dat je zelf in actie moet komen, zelf de eerste stap moet zetten. ‘Amen’ zeggen heeft consequenties, wees je daar bewust van.
Ik begon met te vertellen dat we deze week Pasen vieren en dat daar geen beter woord bij past dan ‘amen’. En dat meen ik ook oprecht.
God heeft van het begin van de schepping tot op de dag van vandaag ons, Zijn evenbeeld, niet losgelaten. Ook al maakten en maken wij er een potje van hier op aarde, Hij houdt onvoorwaardelijk van ons. Het zijn onze eigen fouten, onze eigen tekortkomingen die afstand creëren tot Hem. Een afstand die Hij niet wil.
In plaats van lijdzaam van bovenaf toe te zien, heeft Hij – God – de stap naar ons toe gezet. Door zijn zoon Jezus naar deze aarde te laten gaan en te laten opgroeien onder de mensen, werd hij volledig mens en volledig God tegelijkertijd. Even geen licht tussen de relatie. Het is Jezus die ervoor koos om alle straf die wij met onze daden verdienen voor altijd op zich te nemen, door als onschuldige te sterven aan een kruis. Het is deze daad van volkomen overgave, die voor ons de weg naar God toe vrij heeft gemaakt en onze relatie met Hem heeft hersteld. Wij zijn vrijgekocht. Dat alleen al is het waard op ‘amen’ op te zeggen.
Maar het verhaal gaat nog verder en is nog mooier. Op de derde dag is Jezus opgestaan uit de dood, om ons te laten zien dat God zelfs hierdoor niet wordt tegengehouden. Op die Paasmorgen ging de zon op boven een nieuwe aarde, een nieuwe realiteit. De dood is niet langer het einde, maar slechts een tussenstop op weg naar een leven in eeuwigheid in de nabijheid van de God die zoveel van ons houdt dat Hij bereidt is voor ons Zijn leven te geven. Jezus’ dood aan het kruis op Golgotha en zijn opstanding op de Paasmorgen staan als tweeluik gemarkeerd als keerpunt in de wereldgeschiedenis. Onze fouten zijn ons vergeven en wij hebben zicht op een leven dwars door de dood heen. Een cadeau van God dat wij alleen maar in dankbaarheid hoeven aan te nemen met de woorden ‘Ik geloof’.
Als ik heel eerlijk ben, dan is het als mens eigenlijk niet te bevatten. Daarom kan ik niet anders dan afsluiten met de woorden die ik al eerder heb gelezen: Geloofd zij de Here, de God van Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid; laat heel het volk zeggen: ‘Amen’.
Welk ‘amen’ uit jouw leven heeft nog geen bevestiging gehad, omdat jij nog niet in actie bent gekomen?
Voor wie in jouw omgeving bid jij dat de boodschap van Pasen mag landen in zijn of haar hart, zodat je op een dag samen ‘amen’ zult zeggen?