Dam - bloed
Door de hele Bijbel heen kom je het woord ‘bloed’ tegen. Het Hebreeuwse woord daarvoor is ‘dam’. Bloed heeft iets lugubers en er zijn voldoende bloederige verhalen in de Bijbel te vinden die ons rillingen bezorgen. Vooral in het Oude Testament denken we dan al snel aan de offers die werden gebracht en misschien ook wel aan het bloedvergieten in met name de tijd van de rechters en koningen. In het Nieuwe Testament gaat het meestal om het vergoten bloed van Jezus.
Om te begrijpen waarom bloed zo’n grote rol heeft in de Bijbel en in het Christendom, is het interessant om eens na te denken over de betekenis van bloed.
De werking van bloed en de samenstelling ervan zijn duizenden jaren onbekend geweest en pas vanaf de 17e eeuw zijn er grote wetenschappelijke ontdekkingen gedaan die dit mysterie beetje bij beetje ontrafelden.
Op de website van bloedbank Sanquin staat over bloed: “Bloed vormt het transportsysteem van ons lichaam. Het stroomt voortdurend om zuurstof en (voedings)stoffen aan weefsel te leveren en afvalproducten af te voeren. Bloed is vloeibaar en komt via de bloedvaten op alle plaatsen van het lichaam. Ook speelt het een belangrijke rol bij de afweer tegen ziekteverwekkers in het lichaam en zorgt het voor een constante lichaamstemperatuur. Bloed betekent dus letterlijk leven!”
Kort samengevat: bloed fungeert als transportsysteem en het beschermt ons lichaam.
Die laatste zin: “Bloed betekent dus letterlijk leven!”, borduurt voort op hoe in de Oudheid werd gedacht over bloed.
In de Oudheid geloofde men dat het bloed van een schepsel het leven zelf bevatte. De mens kon immers waarnemen dat als bijvoorbeeld een bloedend dier voldoende bloed verloren had, het kwam te sterven. Daaruit trok men de conclusie dat het leven samen met het bloed wegvloeide.
Ook in de Bijbel zien we deze betekenis terugkomen. In Leviticus 17:11 (HSV) lezen we: “Want het leven van het vlees is in het bloed, en Ik heb dat Zelf voor u op het altaar gegeven om voor uw leven verzoening te doen. Want het is het bloed dat door middel van het leven verzoening bewerkt.”
Het Hebreeuwse woord dat hier wordt vertaald als ‘leven’, is nefesj. Een aantal weken geleden heeft Esther bij dit woord stilgestaan en uitgelegd dat nefesj niet alleen het fysieke ‘leven’ betekent, maar ook ‘ziel’.
Net zoals wij tegelijkertijd leven in enerzijds een aardse wereld (de fysieke wereld die we met onze zintuigen kunnen waarnemen) en anderzijds een geestelijke wereld (waar God zichtbaar is), zo zou je nefesj kunnen zien als een medaille met diezelfde twee kanten. Het fysieke en het geestelijke leven vormen samen de mens.
Dit tweezijdige leven is dus “in het bloed”, zoals we net in Leviticus lazen. En ook het bloed kunnen we tweezijdig interpreteren. In de Bijbel zien we twee kernelementen waarbij bloed een belangrijke rol speelt.
In de eerste plaats dient het bloed van offerdieren als verzoening voor het volk. Doordat geen mens zonder zonde is, zou immers niemand met God verbonden kunnen zijn. In de offerdienst biedt God uitkomst door het bloed, het leven, van een dier te aanvaarden in ruil voor het bloed, het leven, van een mens. Daardoor vindt verzoening plaats en wordt de relatie tussen mens en God hersteld.
In de tweede plaats werd ook altijd bloed gebruikt om een verbond te bekrachtigen. Dit gebeurde omdat een verbond in de Oudheid niet alleen een zakelijke overeenkomst was, maar meer leek op een huwelijkscontract waarmee de levens van twee partijen samengevoegd werden. Een bekrachtiging met bloed gebeurde bijvoorbeeld toen God een verbond sloot met Abraham (Gen 15) en met de Israëlieten (Ex 24). Maar ook bij het offeren van dieren werd het verbond bekrachtigd. Door het bloed van het offerdier tegen het altaar van de Heer te gieten (Lev 17:6) wilde de offeraar zijn leven samenvoegen met God en zijn toewijding aan dat verbond proclameren. Iets wat ook ieder jaar op Grote Verzoendag plaatsvond voor het gehele volk.
Ook bij het Laatste Avondmaal komen deze beide kernelementen van bloed samen. In Mattheüs 26:27-28 staat: “Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.”
Het bloed van Jezus dient tot vergeving van zonden en daarmee komt de verzoening tot stand. Daarmee beschermt het ons tegen het loon van de zonde, de dood, zoals het aardse bloed ons lichaam beschermt tegen ziekteverwekkers.
Daarnaast wordt het nieuwe verbond bekrachtigd door het drinken van Zijn bloed. In de Rooms-katholieke theologie verandert de wijn volgens de transsubstantiatieleer letterlijk in het bloed van Jezus, in de protestantse en evangelische wereld wordt het bloed gesymboliseerd door wijn.
In dit nieuwe verbond worden we door de Heilige Geest één met God en zoals het aardse bloed fungeert als transportsysteem, vloeit de kracht die Jezus had door ons lichaam om een verschil te maken in de wereld. Het geeft ons de kracht om hongerigen te voeden en dorstigen te drinken te geven. Het geeft ons de kracht om vreemdelingen gastvrij te onthalen en naakten te kleden. Het geeft ons de kracht om zieken en gevangenen te bezoeken.
God voedt ons geestelijke leven om in het fysieke leven Zijn Naam groot te maken en Hem bekend te maken aan de mensen die Hem niet kennen, maar zich krampachtig vastklampen aan het fysieke leven.
De fysieke functie van bloed staat dus symbool voor de geestelijke functie van verzoening en verbond. Het beschermt en het geeft ons hele wezen kracht om óns aandeel in het verbond te kunnen uitvoeren.
Hoe beleef jij het avondmaal dat we iedere maand vieren? Is het voor jou een nietszeggend ritueel? Is dit voor jou ook een moment om je opnieuw met God te verzoenen en je toe te wijden aan het verbond dat je met Hem bent aangegaan?
Misschien zit je wel in een fase van geestelijke bloedarmoede en heb je helemaal niet het idee dat de Heilige Geest door je heen vloeit. Wat heb jij nodig om je hoeveelheid bloed weer op peil te brengen?